2/22/2007

Pierre Bourdieu, something to read into

La misère vormt een nieuwe breuk met voorgaande geschriften van Bourdieu en zijn sociologische onderneming. Althans, hoe het werk aan de lezer wordt voorgeschoteld, met minder theoretische uitweidingen en vooral toegankelijk voor een groter publiek. Het is een politiek boek. Een open kritiek op de tekortkomingen van de politiek en het haastige journalistieke werk dat de werkelijkheid anekdotisch beschrijft zonder diepgang. Pagina 940, de laatste pagina voor het nawoord, is een diapositief en in een 24-punts letter gedrukt citaat van Ludwig Wittgenstein over de plaats van de filosofie om het begrijpen van het dagelijks leven mogelijk te maken in plaats van de gevaarlijke uitdrukkingen van journalisten. Bourdieu wil journalisten laten zien hoe ze volledig moeten luisteren naar mensen die weinig aan het woord komen en vaak worden bedrogen. De interviews in het boek lijken op een filmscenario. De journalistieke malaise komt onder meer voort uit de verleiding waaraan journalisten blootstaan tot gedramatiseerde evenementen, anders zijn ze niet geïnteresseerd. We hebben dan de eerste Golfoorlog achter de rug, maar nog niet de escalatie in het Midden-Oosten, de opkomst van het wereldwijde terrorisme, en 11 september ligt ook nog ver in de toekomst. Journalisten zijn vaak bezig met valse objecten. Ze produceren «des effets de réalité» door het creëren van «une vision mediatique de la réalité». Het is onmogelijk om politiek te reageren buiten de media om. De media werken mee aan het onvoorzienbare. «Niet treuren, niet lachen, niet haten maar begrijpen.» Het heeft geen zin je aan dit voorschrift van Spinoza te houden als de socioloog niet de middelen heeft om dat te respecteren. Bourdieu geeft ons de kunst van het interviewen en het uitwerken ervan zonder te oordelen. Bij de uitwerking van een interview verandert het orale betoog doordat de accenten anders worden gelegd en omdat de uitspraak, de intonatie, de mimiek, de stiltes, de sous entendues, de vergissingen, niet in print zijn om te zetten. Bourdieu begint met het beschrijven van twee universa, van een Fransman en een Algerijn die beiden in een stadsvernieuwingsgebied wonen. De aloude reisgezel Sayad geeft in een interview de moeilijkheid van het samenleven van autochtonen en allochtonen aan, wanneer een meisje zegt: «U weet niet hoe vaak we elkaar uitschelden tijdens het elkaar groeten. In het taalgebruik zijn we beleefd maar onze ogen spuiten vuur en gif.» Een Algerijn, een Fransman, twee universa die elkaar vrezen. Maar beiden zijn brave mensen met verborgen leed. In dit boek gaat het om het verborgen leed: op school, op kantoor, in de wijken, overal. En zo dendert het boek voort. Bourdieu neemt in zijn nawoord journalisten en politici op de hak. De politiek heeft gefaald om een antwoord te vinden voor de legitieme vragen over de malaise in de samenleving. Vreemdelingenhaat en racisme kunnen in zo'n klimaat gedijen.
Uit:
Sociologie is een vechtsport
door: Oussama Cherribi
De Groene Amsterdammer van 2-2-2002